1 .\" dpkg manual page - dpkg-source(1)
3 .\" Copyright © 1995-1996 Ian Jackson <ijackson@chiark.greenend.org.uk>
4 .\" Copyright © 2000 Wichert Akkerman <wakkerma@debian.org>
5 .\" Copyright © 2006-2007 Frank Lichtenheld <djpig@debian.org>
6 .\" Copyright © 2006-2015 Guillem Jover <guillem@debian.org>
7 .\" Copyright © 2008-2011 Raphaël Hertzog <hertzog@debian.org>
8 .\" Copyright © 2010 Joey Hess <joeyh@debian.org>
10 .\" This is free software; you can redistribute it and/or modify
11 .\" it under the terms of the GNU General Public License as published by
12 .\" the Free Software Foundation; either version 2 of the License, or
13 .\" (at your option) any later version.
15 .\" This is distributed in the hope that it will be useful,
16 .\" but WITHOUT ANY WARRANTY; without even the implied warranty of
17 .\" MERCHANTABILITY or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the
18 .\" GNU General Public License for more details.
20 .\" You should have received a copy of the GNU General Public License
21 .\" along with this program. If not, see <https://www.gnu.org/licenses/>.
23 .\"*******************************************************************
25 .\" This file was generated with po4a. Translate the source file.
27 .\"*******************************************************************
28 .TH dpkg\-source 1 %RELEASE_DATE% %VERSION% dpkg\-suite
31 dpkg\-source \- gereedschap voor het manipuleren van een Debian broncodepakket
35 \fBdpkg\-source\fP [\fIoptie\fP...] \fIcommando\fP
38 \fBdpkg\-source\fP pakt Debian broncodearchieven in en uit.
40 Bij geen enkel van deze commando's is het toegelaten om meerdere opties tot
41 één enkele optie te combineren of de waarde van een optie via een apart
46 \fB\-x\fP, \fB\-\-extract\fP \fIbestandsnaam\fP.dsc [\fIuitvoermap\fP]
47 Extraheer een broncodepakket (\fB\-\-extract\fP sinds dpkg 1.17.14). Er moet één
48 argument dat geen optie is, opgegeven worden, namelijk de naam van het
49 controlebestand (\fB.dsc\fP) van de Debian broncode. Facultatief kan een tweede
50 argument dat geen optie is, opgegeven worden om de map op te geven waarin
51 het pakket geëxtraheerd moet worden. Die mag nog niet bestaan. Indien geen
52 uitvoermap opgegeven werd, zal het broncodepakket uitgepakt worden in een
53 map met als naam \fIbroncode\fP\-\fIversie\fP, die onder de huidige werkmap ligt.
55 \fBdpkg\-source\fP zal uit het controlebestand de namen van de andere bestanden
56 lezen die samen het broncodepakket vormen. Er wordt van uitgegaan dat ze
57 zich in dezelfde map bevinden als het \fB.dsc\fP\-bestand.
59 De permissies en het eigenaarschap van de bestanden uit het geëxtraheerde
60 pakket zullen zodanig ingesteld worden dat ze beantwoorden aan wat men zou
61 mogen verwachten mochten de bestanden en mappen gewoon aangemaakt zijn \-
62 mappen en uitvoerbare bestanden zullen 0777 zijn en gewone bestanden 0666 en
63 beide zullen aangepast worden op basis van het umask van degene die het
64 pakket uitpakt. Indien de bovenliggende map setgid is, zullen de
65 geëxtraheerde mappen dat ook zijn en al de bestanden en mappen zullen dit
66 groepseigenaarschap overerven.
68 Indien het broncodepakket een niet\-standaardindeling gebruikt (momenteel
69 betekent dit alle indelingen behalve “1.0”), dan zal de naam ervan
70 opgeslagen worden in \fBdebian/source/format\fP, zodat standaard deze indeling
71 gebruikt wordt bij de volgende malen dat het broncodepakket gebouwd wordt.
74 \fB\-b\fP, \fB\-\-build\fP \fImap\fP [\fIindelingsspecifieke\-parameters\fP]
75 Bouw een broncodepakket (\fB\-\-build\fP sinds dpkg 1.17.14). Het eerste argument
76 dat geen optie is, wordt gebruikt als de naam van de map die de voor Debian
77 gereedgemaakte broncodeboom bevat (d.w.z. met een onderliggende map debian
78 en eventuele veranderingen aan de originele bestanden). Afhankelijk van de
79 broncodepakketindeling die men gebruikt om het broncodepakket te bouwen,
80 kunnen bijkomende parameters opgegeven worden.
82 \fBdpkg\-source\fP zal het broncodepakket bouwen volgens de eerste indeling die
83 gevonden wordt in de hierna volgende geordende lijst: de indeling opgegeven
84 met de commandoregeloptie \fI\-\-format\fP, de indeling aangegeven in
85 \fBdebian/source/format\fP, “1.0”. Het terugvallen op “1.0” word afgeschaft en
86 zal op een bepaald moment in de toekomst weggelaten worden. U zou de
87 gewenste broncode\-indeling steeds moeten documenteren in
88 \fBdebian/source/format\fP. Zie het onderdeel \fBINDELINGEN VAN
89 BRONCODEPAKKETTEN\fP voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende
90 indelingen voor broncodepakketten.
93 \fB\-\-print\-format\fP \fImap\fP
94 Geef weer welke indeling gebruikt zou worden om het broncodepakket te bouwen
95 indien \fBdpkg\-source \-\-build \fP\fImap\fP aangeroepen werd (in dezelfde condities
96 en met dezelfde parameters; sinds dpkg 1.15.5).
99 \fB\-\-before\-build\fP \fImap\fP
100 Voer de overeenkomstige uitbreiding (hook) uit van de broncodepakketindeling
101 (sinds dpkg 1.15.8). Deze uitbreiding wordt telkens aangeroepen voor het
102 pakket gebouwd wordt (\fBdpkg\-buildpackage\fP roept ze zeer vroeg aan, zelfs
103 voor \fBdebian/rules clean\fP). Dit commando is idempotent en kan meermaals
104 aangeroepen worden. Niet alle broncode\-indelingen implementeren iets in deze
105 uitbreiding, en die welke dat wel doen bereiden gewoonlijk de broncodeboom
106 voor op het bouwproces, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de
107 Debian\-patches toegepast worden.
110 \fB\-\-after\-build\fP \fImap\fP
111 Voer de overeenkomstige uitbreiding (hook) uit van de broncodepakketindeling
112 (sinds dpkg 1.15.8). Deze uitbreiding wordt telkens aangeroepen nadat het
113 pakket gebouwd werd (\fBdpkg\-buildpackage\fP roept ze als laatste aan). Dit
114 commando is idempotent en kan meermaals aangeroepen worden. Niet alle
115 broncode\-indelingen implementeren iets in deze uitbreiding, en die welke dat
116 wel doen gebruiken ze gewoonlijk om ongedaan te maken wat \fB\-\-before\-build\fP
120 \fB\-\-commit\fP [\fImap\fP] ...
121 Tekent veranderingen op in de broncodeboom die in \fImap\fP uitgepakt werd
122 (sinds dpkg 1.16.1). Aan dit commando kunnen afhankelijk van de
123 broncode\-indeling bijkomende parameters opgegeven worden. Het zal een
124 foutmelding geven bij indelingen waarvoor deze operatie geen betekenis
128 \fB\-?\fP, \fB\-\-help\fP
129 Toon de gebruiksaanwijzing en sluit af. Met de optie \fB\-\-format\fP kunnen de
130 indelingsspecifieke bouw\- en extractie\-opties getoond worden.
133 Toon de versie en sluit af.
136 .SS "Generieke bouwopties"
138 \fB\-c\fP\fIcontrolebestand\fP
139 Duidt aan wat het belangrijkste controlebestand van de broncode is waaruit
140 informatie gelezen moet worden. Standaard is dat \fBdebian/control\fP. Indien
141 het opgegeven wordt met een relatieve padnaam, dan wordt die geïnterpreteerd
142 te beginnen bij de basismap van de broncodeboom.
144 \fB\-l\fP\fIchangelog\-bestand\fP
145 Duidt het changelog\-bestand aan waaruit informatie gelezen moet
146 worden. Standaard is dat \fBdebian/changelog\fP. Indien het opgegeven wordt met
147 een relatieve padnaam, dan wordt die geïnterpreteerd te beginnen bij de
148 basismap van de broncodeboom.
150 \fB\-F\fP\fIchangelog\-indeling\fP
151 Geeft de indeling van het bestand changelog aan. Zie
152 \fBdpkg\-parsechangelog\fP(1) voor informatie over alternatieve indelingen.
154 \fB\-\-format=\fP\fIwaarde\fP
155 Gebruik de opgegeven indeling om het broncodepakket te bouwen (sinds dpkg
156 1.14.17). Het vervangt een eventuele in \fBdebian/source/format\fP opgegeven
159 \fB\-V\fP\fInaam\fP\fB=\fP\fIwaarde\fP
160 Stel een uitvoersubstitutievariabele in. Zie \fBdeb\-substvars\fP(5) voor een
161 bespreking van uitvoersubstitutie.
163 \fB\-T\fP\fIsubstvars\-bestand\fP
164 Lees substitutievariabelen uit \fIsubstvars\-bestand\fP. De standaard is om geen
165 enkel bestand te lezen. Deze optie kan meermaals gebruikt worden om uit
166 verschillende bestanden substitutievariabelen te lezen (sinds dpkg 1.15.6).
168 \fB\-D\fP\fIveld\fP\fB=\fP\fIwaarde\fP
169 Vervang in de uitvoer een veld uit het controlebestand of voeg er een toe.
172 Verwijder in de uitvoer een veld uit het controlebestand.
174 \fB\-Z\fP\fIcompressie\fP, \fB\-\-compression\fP=\fIcompressie\fP
175 Duidt het compressieniveau aan dat gebruikt wordt bij het maken van
176 tar\-archieven en diff\-bestanden (\fB\-\-compression\fP sinds dpkg 1.15.5). Merk
177 op dat deze optie niet tot effect heeft dat bestaande tar\-archieven opnieuw
178 gecomprimeerd worden. Ze heeft enkel invloed op nieuwe
179 bestanden. Ondersteunde waarden zijn: \fIgzip\fP, \fIbzip2\fP, \fIlzma\fP en
180 \fIxz\fP. De standaardwaarde is \fIxz\fP voor de indeling 2.0 en recentere
181 indelingen en \fIgzip\fP voor de indeling 1.0. \fIxz\fP wordt enkel sinds dpkg
184 \fB\-z\fP\fIniveau\fP, \fB\-\-compression\-level\fP=\fIniveau\fP
185 Het te gebruiken compressieniveau (\fB\-\-compression\-level\fP sinds dpkg
186 1.15.5). Zoals dit het geval is bij \fB\-Z\fP, beïnvloedt dit enkel nieuw
187 aangemaakte bestanden. Ondersteunde waarden zijn: \fI1\fP tot \fI9\fP, \fIbest\fP, en
188 \fIfast\fP. De standaardwaarde is \fI9\fP voor gzip en bzip2, \fI6\fP voor xz en
191 \fB\-i\fP[\fIregex\fP], \fB\-\-diff\-ignore\fP[=\fIregex\fP]
192 U kunt een perl reguliere expressie opgeven om bestanden die ermee
193 overeenkomen weg te houden uit de lijst bestanden waarover de gemaakte diff
194 (overzicht van ondergane wijzigingen) gaat (\fB\-\-diff\-ignore\fP sinds dpkg
195 1.15.6). (Deze lijst wordt gegenereerd door een find\-opdracht.) (Als het
196 broncodepakket gebouwd wordt als een versie 3 broncodepakket dat gebruik
197 maakt van een VCS (Version Control System \- versiebeheersysteem), kan dit
198 gebruikt worden om niet\-toegepaste wijzigingen aan specifieke bestanden te
199 laten negeren. Door \-i.* te gebruiken zullen ze allemaal genegeerd worden.)
201 De optie \fB\-i\fP zelf schakelt deze instelling in met een standaard reguliere
202 expressie (met behoud van eventuele wijzigingen aan de standaard reguliere
203 expressie onder invloed van een eerder gebruikt \fB\-\-extend\-diff\-ignore\fP) die
204 zorgt voor het uitfilteren van controlebestanden en \-mappen van de meest
205 courante versiebeheersystemen, van back\-upbestanden en wisselbestanden en
206 van bouwuitvoermappen van Libtool. Er kan slechts één reguliere expressie
207 actief zijn. Van meerdere \fB\-i\fP\-opties zal enkel de laatste uitwerking
210 Dit is erg bruikbaar voor het wegknippen van vreemde bestanden die mee
211 opgenomen geraken in de diff, bijvoorbeeld als u de broncode onderhoudt in
212 een versiebeheersysteem en een werkkopie (checkout) wilt gebruiken om een
213 broncodepakket te bouwen, zonder dat daarin ook de extra bestanden en mappen
214 die ze meestal bevat (bijvoorbeeld CVS/, .cvsignore, .svn/), mee opgenomen
215 worden. De standaard reguliere expressie is reeds zeer exhaustief, maar
216 indien u ze moet vervangen, moet u ermee rekening houden dat ze standaard
217 een overeenkomst kan opleveren met elk onderdeel van een pad. Indien u dus
218 een overeenkomst zoekt met het begin van een bestandsnaam of enkel met
219 volledige bestandsnamen, zult u zelf de nodige ankers (bijvoorbeeld ‘(^|/)’,
220 ‘($|/)’) moeten opgeven.
222 \fB\-\-extend\-diff\-ignore\fP=\fIregex\fP
223 De opgegeven perl reguliere expressie breidt de standaardwaarde die door
224 \fB\-\-diff\-ignore\fP gebruikt wordt, uit en de huidige waarde ervan als die
225 ingesteld werd (sinds dpkg 1.15.6). Het doet dit door “\fB|\fP\fIregex\fP” samen
226 te voegen met de bestaande waarde. Deze optie is handig om te gebruiken in
227 \fBdebian/source/options\fP om bepaalde automatisch gegenereerde bestanden uit
228 te sluiten bij het automatisch genereren van patches.
230 \fB\-I\fP[\fIbestandspatroon\fP], \fB\-\-tar\-ignore\fP[=\fIbestandspatroon\fP]
231 Indien deze optie opgegeven werd, wordt het patroon doorgegeven aan de optie
232 \fB\-\-exclude\fP van \fBtar\fP(1) wanneer dit commando ingeroepen wordt om een
233 bestand .orig.tar of .tar aan te maken (\fB\-\-tar\-ignore\fP sinds dpkg
234 1.15.6). Bijvoorbeeld, \fB\-I\fPCVS zal tar CVS\-mappen doen overslaan bij het
235 genereren van een .tar.gz\-bestand. Deze optie kan meermaals herhaald worden
236 om meerdere patronen die uitgesloten moeten worden op te sommen.
238 \fB\-I\fP zelf voegt standaard \fB\-\-exclude\fP\-opties toe die zorgen voor het
239 uitfilteren van controlebestanden en \-mappen van de meest courante
240 versiebeheersystemen, van back\-upbestanden en wisselbestanden en van
241 bouwuitvoermappen van Libtool.
243 \fBOpmerking:\fP hoewel zij vergelijkbare bedoelingen hebben, hebben \fB\-i\fP en
244 \fB\-I\fP een heel verschillende syntaxis en semantiek. \fB\-i\fP kan slechts
245 eenmaal opgegeven worden en verwacht een reguliere expressie die
246 perl\-compatibel is en die vergeleken wordt met het volledige relatieve pad
247 van elk bestand. \fB\-I\fP kan meermaals opgegeven worden en verwacht een
248 bestandsnaampatroon met shell\-jokertekens. Het patroon wordt toegepast op
249 het volledige relatieve pad maar ook op elk individueel onderdeel van het
250 pad. De exacte semantiek van de optie \fB\-\-exclude\fP van tar is enigszins
251 gecompliceerd. Zie voor een volledige documentatie
252 https://www.gnu.org/software/tar/manual/tar.html#wildcards.
254 De standaard reguliere expressies en patronen voor beide opties zijn te zien
255 in de uitvoer van het commando \fB\-\-help\fP.
256 .SS "Generieke extractieopties"
259 Kopieer de originele tar\-archieven bij het geëxtraheerde broncodepakket niet
260 (sinds dpkg 1.14.17).
263 Controleer voor het uitpakken geen ondertekeningen en controlesommen (sinds
266 \fB\-\-no\-overwrite\-dir\fP
267 Overschrijf de extractiemap niet als ze al bestaat (sinds dpkg 1.18.8).
269 \fB\-\-require\-valid\-signature\fP
270 Weiger het broncodepakket uit te pakken als het geen OpenPGP\-ondertekening
271 bevat die kan gecontroleerd worden (sinds dpkg 1.15.0) met ofwel de
272 \fItrustedkeys.gpg\fP\-sleutelbos van de gebruiker, één van de
273 leveranciersspecifieke sleutelbossen of met één van de officiële
274 sleutelbossen van Debian (\fI/usr/share/keyrings/debian\-keyring.gpg\fP en
275 \fI/usr/share/keyrings/debian\-maintainers.gpg\fP).
277 \fB\-\-require\-strong\-checksums\fP
278 Wijger het broncodepakket uit te pakken als het geen krachtige
279 controlesommen bevat (sinds dpkg 1.18.7). Momenteel is \fBSHA\-256\fP de enige
280 gekende controlesom die als krachtig aanzien wordt.
282 \fB\-\-ignore\-bad\-version\fP
283 Als bij een controle het versienummer van het broncodepakket foutief blijkt
284 te zijn, maakt deze instelling dat de gegeven waarschuwing geen fataal
285 karakter heeft (sinds dpkg 1.17.7). Deze optie zou enkel nodig moeten zijn
286 bij het extraheren van oude broncodepakketten met een defecte versie om
287 neerwaartse compatibiliteit te verzekeren.
289 .SH "INDELINGEN VAN BRONCODEPAKKETTEN"
290 Indien u niet weet welke indeling te kiezen voor de broncode, zou u wellicht
291 ofwel “3.0 (quilt)” of “3.0 (native)” moeten kiezen. Zie
292 https://wiki.debian.org/Projects/DebSrc3.0 voor informatie over het in
293 gebruik nemen van deze indelingen binnen Debian.
296 Een broncodepakket volgens deze indeling bestaat ofwel uit een
297 \&\fB.orig.tar.gz\fP gekoppeld aan een \fB.diff.gz\fP of één enkele \fB.tar.gz\fP (in
298 dat geval wordt van het pakket gezegd dat het \fInative\fP (eigen \- van
299 oorsprong van Debian) is). Optioneel mag bij het originele tar\-archief een
300 afzonderlijke handtekening van de toeleveraar \fB.orig.tar.gz.asc\fP gevoegd
301 zijn. De extractie ervan wordt ondersteund sinds dpkg 1.18.5.
305 Een Debian\-eigen (native) pakket extraheren is een eenvoudige extractie van
306 het enige tar\-archief in de doelmap. Een niet\-eigen pakket extraheren
307 bestaat eruit dat eerst \fB.orig.tar.gz\fP uitgepakt wordt en dat dan de patch
308 erop toegepast wordt uit het bestand \fB.diff.gz\fP. Voor alle bestanden waarop
309 een patch toegepast werd, wordt de tijdsaanduiding teruggezet op het
310 tijdstip van extraheren van het broncodepakket (dit vermijdt
311 scheeftrekkingen van de tijdsaanduiding hetgeen tot problemen kan leiden
312 wanneer automatisch gegenereerde bestanden gepatcht worden). Het
313 diff\-bestand kan nieuwe bestanden aanmaken (de volledige debian\-map wordt op
314 die manier aangemaakt), maar kan geen bestanden verwijderen (lege bestanden
319 Een Debian\-eigen (native) pakket bouwen is gewoon een enkel tar\-archief
320 maken met daarin de broncodemap. Een niet\-eigen pakket bouwen bestaat uit
321 het extraheren van het originele tar\-archief in een aparte map “.orig” en
322 het opnieuw aanmaken van het bestand \fB.diff.gz\fP door de \fImap\fP van het
323 broncodepakket te vergelijken met de .orig\-map.
325 \fBBouwopties (met \-\-build):\fP
327 Indien een tweede argument opgegeven wordt dat geen optie is, moet het de
328 naam van de originele broncodemap zijn of van het tar\-archief of een lege
329 tekenreeks als het pakket Debian\-specifiek is en dus geen diffs bevat in
330 verband met de debianisering. Indien geen tweede argument opgegeven werd,
331 zal \fBdpkg\-source\fP zoeken naar het tar\-bestand met de originele broncode
332 \fIpakket\fP\fB_\fP\fItoeleveraarsversie\fP\fB.orig.tar.gz\fP of naar de map met de
333 originele broncode \fImap\fP\fB.orig\fP, afhankelijk van de argumenten \fB\-sX\fP.
335 \fB\-sa\fP, \fB\-sp\fP, \fB\-sk\fP, \fB\-su\fP en \fB\-sr\fP zullen geen bestaande tar\-bestanden
336 of \-mappen overschrijven. Indien dat wel gewenst wordt, dan moeten in de
337 plaats daarvan \fB\-sA\fP, \fB\-sP\fP, \fB\-sK\fP, \fB\-sU\fP en \fB\-sR\fP gebruikt worden.
341 Geeft aan dat verwacht mag worden dat de originele broncode in de vorm van
342 een tar\-bestand kan aangetroffen worden, wat standaard
343 \fIpakket\fP\fB_\fP\fItoeleveraarsversie\fP\fB.orig.tar.\fP\fIextensie\fP is. Het zal deze
344 originele broncode als een tar\-bestand laten staan of ze naar de huidige map
345 kopiëren als ze zich daar nog niet bevindt. Het tar\-archief zal uitgepakt
346 worden in \fImap\fP\fB.orig\fP met het oog op het genereren van het diff\-bestand.
349 Zoals \fB\-sk\fP maar dit zal naderhand de map weer verwijderen.
352 Geeft aan dat verwacht mag worden dat de originele broncode in de vorm van
353 een map kan aangetroffen worden, wat standaard
354 \fIpakket\fP\fB\-\fP\fItoeleveraarsversie\fP\fB.orig\fP is, en \fBdpkg\-source\fP zal er een
355 nieuw archief met de originele broncode mee maken.
358 Zoals \fB\-su\fP, maar het zal die map na gebruik verwijderen.
361 Geeft aan dat de originele broncode zowel als een map als in de vorm van een
362 tar\-bestand te vinden is. \fBdpkg\-source\fP zal de map gebruiken om het
363 diff\-bestand te creëren, maar het tar\-bestand om het \fB.dsc\fP\-bestand te
364 maken. Gebruik deze optie met zorg \- indien de map en het tar\-bestand niet
365 overeenkomen zal er een slecht broncodearchief gegenereerd worden.
368 Geeft aan dat er niet naar een originele broncode gezocht moet worden en dat
369 er geen diff\-bestand aangemaakt moet worden. Als er een tweede argument
370 opgegeven wordt, moet het de lege tekenreeks zijn. Dit wordt gebruikt voor
371 Debian\-specifieke pakketten die geen afzonderlijke toeleveraarsbroncode
372 hebben en om die reden ook geen debianisatie\-diffs.
374 \fB\-sa\fP of \fB\-sA\fP
375 Geeft aan dat naar de originele broncode gezocht moet worden in de vorm van
376 een tar\-bestand of een map. Als er een tweede argument opgegeven wordt, mag
377 dat een van die twee zijn of een lege tekenreeks (dit is het equivalent voor
378 het gebruik van \fB\-sn\fP). Indien er een tar\-bestand gevonden wordt, zal het
379 dat uitpakken om het diff\-bestand aan te maken en het daarna verwijderen
380 (dit is het equivalent voor \fB\-sp\fP). Indien een map aangetroffen wordt, zal
381 het die inpakken om de originele broncode te creëren en ze vervolgens
382 verwijderen (dit is het equivalent voor \fB\-sr\fP). Indien geen van beide
383 gevonden wordt, zal het aannemen dat het pakket geen debianisatie\-diffs
384 heeft, maar enkel een eenvoudig broncodearchief (dit is het equivalent voor
385 \fB\-sn\fP). Indien beide aangetroffen worden, dan zal \fBdpkg\-source\fP de map
386 negeren, en ze overschrijven als \fB\-sA\fP opgegeven werd (dit is het
387 equivalent voor \fB\-sP\fP) of een foutmelding geven als \fB\-sa\fP opgegeven
388 werd. \fB\-sA\fP is de standaard.
390 \fB\-\-abort\-on\-upstream\-changes\fP
391 Het proces mislukt als het gegenereerde diff\-bestand wijzigingen aan
392 bestanden buiten de onderliggende debian\-map bevat (sinds dpkg 1.15.8). Deze
393 optie is in \fBdebian/source/options\fP niet toegestaan, maar ze kan wel
394 gebruikt worden in \fBdebian/source/local\-options\fP.
397 \fBExtractieopties (met \-\-extract):\fP
399 In alle gevallen zal een eventuele bestaande originele broncodeboom
403 Als dit bij het extraheren gebruikt wordt, dan zal het de (eventuele)
404 originele broncode in zijn vorm van tar\-bestand laten. Indien dit zich nog
405 niet in de huidige map bevindt, of indien er zich een bestaand maar
406 verschillend bestand bevindt, zal het naar daar gekopieerd worden. (\fBDit is
410 Pakt de originele broncodeboom uit.
413 Zorgt ervoor dat de originele broncode noch naar de huidige map gekopieerd
414 wordt noch uitgepakt wordt. Een eventuele originele broncodeboom die zich in
415 de huidige map bevond, wordt nog steeds verwijderd.
417 Al de \fB\-s\fP\fIX\fP\-opties sluiten elkaar wederzijds uit. Indien u er meer dan
418 één opgeeft, dan zal enkel de laatste gebruikt worden.
420 \fB\-\-skip\-debianization\fP
421 Slaat het toepassen van de debian diff bovenop de broncode van de
422 toeleveraar over (sinds dpkg 1.15.1).
425 Extraheren wordt sinds dpkg 1.13.9 ondersteund, bouwen sinds dpkg
426 1.14.8. Ook gekend als wig&pen. Deze indeling wordt niet aangeraden voor
427 massaal gebruik, de indeling “3.0 (quilt)” vervangt ze. Wig&pen was de
428 eerste specificatie van een broncodepakketindeling van de nieuwe generatie.
430 Het gedrag van deze indeling is hetzelfde als bij de indeling “3.0 (quilt)”,
431 behalve dat het geen gebruik maakt van een expliciete lijst van
432 patches. Alle bestanden in \fBdebian/patches/\fP die beantwoorden aan de
433 reguliere expressie \fB[\ew\-]+\fP moeten geldige patches zijn: zij worden op
434 het moment van extraheren toegepast.
436 Bij het bouwen van een nieuw broncodepakket worden eventuele wijzigingen aan
437 de broncode van de toeleveraar opgeslagen in een patch met als naam
438 \fBzz_debian\-diff\-auto\fP.
440 .SS "Indeling: 3.0 (native) (d.w.z. debian\-eigen)"
441 Wordt ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Deze indeling is een uitbreiding van
442 de native pakketindeling, zoals gedefinieerd in de indeling 1.0. Ze
443 ondersteunt alle compressiemethodes en negeert standaard eventuele
444 VCS\-specifieke bestanden en mappen (bestanden en mappen die verband houden
445 met het versiebeheersysteem) evenals vele tijdelijke bestanden (zie de
446 uitvoer van de optie \fB\-\-help\fP voor de standaardwaarde van de optie \fB\-I\fP).
448 .SS "Indeling: 3.0 (quilt)"
449 Wordt ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Een broncodepakket volgens deze
450 indeling bevat minstens een origineel tar\-archief (\fB.orig.tar.\fP\fIext\fP
451 waarbij \fIext\fP \fBgz\fP, \fBbz2\fP, \fBlzma\fP en \fBxz\fP kan zijn) en een debian
452 tar\-archief (\fB.debian.tar.\fP\fIext\fP). Het kan ook bijkomende originele
453 tar\-archieven bevatten (\fB.orig\-\fP\fIcomponent\fP\fB.tar.\fP\fIext\fP). \fIcomponent\fP
454 mag enkel alfanumerieke tekens en koppeltekens (‘\-’) bevatten. Optioneel mag
455 bij elk originele tar\-archief een afzonderlijke handtekening van de
456 toeleveraar (\fB.orig.tar.\fP\fIext\fP\fB.asc\fP en
457 \&\fB.orig\-\fP\fIcomponent\fP\fB.tar.\fP\fIext\fP\fB.asc\fP), gevoegd zijn. De extractie
458 ervan wordt ondersteund sinds dpkg 1.17.20 en het bouwen sinds dpkg 1.18.5.
463 Eerst wordt het belangrijkste originele tar\-archief uitgepakt en nadien
464 worden alle bijkomende originele tar\-archieven uitgepakt in onderliggende
465 mappen die genoemd worden naar het \fIcomponent\fP\-gedeelte van hun
466 bestandsnaam (een eventuele reeds bestaande map wordt vervangen). Het debian
467 tar\-archief wordt bovenop de broncodemap geëxtraheerd nadat eerst een
468 eventuele reeds bestaande \fBdebian\fP\-map verwijderd werd. Merk op dat het
469 debian tar\-archief een onderliggende map \fBdebian\fP moet bevatten, maar dat
470 het ook binaire bestanden kan bevatten buiten die map (zie de optie
471 \fB\-\-include\-binaries\fP).
473 Vervolgens worden alle patches toegepast die opgesomd zijn in
474 \fBdebian/patches/debian.series\fP of \fBdebian/patches/series\fP. Indien het
475 eerste bestand gebruikt wordt en het laatste niet bestaat (of een
476 symbolische koppeling is), dan zal het laatste vervangen worden door een
477 symbolische koppeling naar het eerste. Dit is bedoeld om het gebruik van
478 \fBquilt\fP bij het beheer van de set patches te vereenvoudigen. Merk nochtans
479 op dat hoewel \fBdpkg\-source\fP op correcte wijze series\-bestanden ontleedt met
480 expliciete opties die gebruikt worden voor het toepassen van patches (op
481 elke regel opgeslagen na de bestandsnaam van de patch en één of meer
482 spaties), het deze opties negeert en steeds patches verwacht die kunnen
483 toegepast worden met de optie \fB\-p1\fP van \fBpatch\fP. Het zal dus een
484 waarschuwing geven als het dergelijke opties tegenkomt en het bouwen zal
485 waarschijnlijk mislukken.
487 Voor alle bestanden waarop een patch toegepast werd, wordt de
488 tijdsaanduiding teruggezet op het tijdstip van extraheren van het
489 broncodepakket (dit vermijdt scheeftrekkingen van de tijdsaanduiding hetgeen
490 tot problemen kan leiden wanneer automatisch gegenereerde bestanden gepatcht
493 In tegenstelling tot het standaardgedrag van \fBquilt\fP wordt verwacht dat
494 patches zonder gedoe toegepast kunnen worden. Indien dat niet het geval is,
495 zou u de patches moeten verversen met \fBquilt\fP, anders zal \fBdpkg\-source\fP
496 met een foutmelding afbreken terwijl het probeert ze toe te passen.
498 Analoog aan het standaardgedrag van \fBquilt\fP kunnen patches ook bestanden
501 Als tijdens het extraheren patches werden toegepast, wordt het bestand
502 \&\fB.pc/applied\-patches\fP aangemaakt.
506 Alle originele tar\-archieven die in de huidige map gevonden worden, worden
507 geëxtraheerd in een tijdelijke map en daarbij wordt dezelfde logica gevolgd
508 als bij het uitpakken. De debian\-map wordt naar de tijdelijke map gekopieerd
509 en alle patches worden toegepast, behalve de automatische patch
510 (\fBdebian\-changes\-\fP\fIversie\fP of \fBdebian\-changes\fP, afhankelijk van
511 \fB\-\-single\-debian\-patch\fP). De tijdelijke map wordt vergeleken met de map van
512 het broncodepakket. Indien de diff niet leeg is, zal het bouwen mislukken,
513 tenzij \fB\-\-single\-debian\-patch\fP of \fB\-\-auto\-commit\fP gebruikt werden en in
514 dat geval wordt de diff opgeslagen in de automatische patch. Indien de
515 automatische patch aangemaakt/verwijderd wordt, wordt hij toegevoegd
516 aan/verwijderd van het bestand series en van de metadata van \fBquilt\fP.
518 Een eventuele wijziging aan een binair bestand kan niet weergegeven worden
519 in een diff en zal dus tot een mislukking leiden, tenzij de onderhouder
520 bewust besloot dat gewijzigd binair bestand toe te voegen aan het Debian
521 tar\-archief (door het op te sommen in
522 \fBdebian/source/include\-binaries\fP). Het bouwen zal ook mislukken als er
523 binaire bestanden aangetroffen worden in de onderliggende map debian, tenzij
524 zij op de witte lijst gezet werden via \fBdebian/source/include\-binaries\fP.
526 De bijgewerkte map debian en de lijst van gewijzigde binaire bestanden wordt
527 dan gebruikt om het Debian tar\-archief te genereren.
529 De automatisch gegenereerde diff bevat geen wijzigingen aan VCS\-specifieke
530 bestanden (d.w.z. bestanden eigen aan het versiebeheersysteem) en aan veel
531 tijdelijke bestanden (kijk in de uitvoer van \fB\-\-help\fP voor de
532 standaardwaarde die met de optie \fB\-i\fP) verbonden is. In het bijzonder wordt
533 de map \fB.pc\fP die door \fBquilt\fP gebruikt wordt, genegeerd tijdens het
534 genereren van de automatische patch.
536 Opmerking: \fBdpkg\-source\fP \fB\-\-before\-build\fP (en \fB\-\-build\fP) zal ervoor
537 zorgen dat alle patches die in het bestand series opgesomd zijn, toegepast
538 worden, zodat bij het bouwen van een pakket steeds alle patches toegepast
539 zijn. Het doet dit door te zoeken naar niet\-toegepaste patches (ze worden
540 opgesomd in het bestand \fBseries\fP maar niet in \fB.pc/applied\-patches\fP) en
541 indien de eerste patch uit die reeks foutloos toegepast kan worden, zal het
542 ze allemaal toepassen. De optie \fB\-\-no\-preparation\fP kan gebruikt worden om
543 dit gedrag uit te schakelen.
546 \fBWijzigingen optekenen\fP
548 \fB\-\-commit\fP [\fImap\fP] [\fIpatchnaam\fP] [\fIpatchbestand\fP]
549 Genereert een patch in verband met de lokale wijzigingen die niet door het
550 patchsysteem van \fBquilt\fP beheerd worden en integreert die in het
551 patchsysteem onder de naam \fIpatchnaam\fP. Indien de naam ontbreekt, zal er
552 interactief om gevraagd worden. Indien \fIpatchbestand\fP opgegeven werd, wordt
553 dat gebruikt als de te integreren patch in verband met de lokale
554 wijzigingen. Na de integratie wordt een editor opgestart, zodat u de
555 meta\-informatie in de koptekst van de patch kunt bewerken.
557 Een \fIpatchbestand\fP opgeven is vooral nuttig na een mislukte bouwpoging die
558 dat bestand vooraf aanmaakte. Op grond daarvan wordt dat bestand na
559 integratie verwijderd. Merk ook op dat de wijzigingen die het patch\-bestand
560 bevat, reeds toegepast moeten zijn op de boom en dat de bestanden die door
561 de patch aangepast werden geen bijkomende niet\-opgetekende wijzigingen mogen
564 Indien het genereren van de patch gewijzigde binaire bestanden opmerkt,
565 zullen die automatisch toegevoegd worden aan
566 \fBdebian/source/include\-binaries\fP, zodat die terecht komen in het debian
567 tar\-archief (exact op dezelfde manier als \fBdpkg\-source \-\-include\-binaries
568 \-\-build\fP zou doen).
572 \fB\-\-allow\-version\-of\-quilt\-db=\fP\fIversie\fP
573 Laat \fBdpkg\-source\fP toe het broncodepakket te bouwen als de versie van de
574 metadata van \fBquilt\fP de opgegeven versie is, zelfs al kent \fBdpkg\-source\fP
575 die niet (sinds dpkg 1.15.5.4). Dit zegt effectief dat de opgegeven versie
576 van de \fBquilt\fP\-metadata compatibel is met versie 2 die momenteel door
577 \fBdpkg\-source\fP ondersteund wordt. De versie van de metadata van \fBquilt\fP
578 wordt opgeslagen in \fB.pc/.version\fP.
580 \fB\-\-include\-removal\fP
581 Negeer verwijderde bestanden niet en neem ze op in de automatisch
584 \fB\-\-include\-timestamp\fP
585 Voeg de tijdsaanduiding toe in de automatisch gegenereerde patch.
587 \fB\-\-include\-binaries\fP
588 Voeg alle gewijzigde binaire bestanden toe aan het debian tar\-archief. Voeg
589 ze ook toe in \fBdebian/source/include\-binaries\fP: in erop volgende
590 bouwactiviteiten zullen ze standaard toegevoegd worden en is deze optie dus
593 \fB\-\-no\-preparation\fP
594 Tracht de bouwboom niet voor te bereiden door patches toe te passen die
595 blijkbaar niet toegepast zijn (sinds dpkg 1.14.18).
597 \fB\-\-single\-debian\-patch\fP
598 Gebruik \fBdebian/patches/debian\-changes\fP in plaats van
599 \fBdebian/patches/debian\-changes\-\fP\fIversie\fP voor de naam van de tijdens het
600 bouwen automatisch gegenereerde patch (sinds dpkg 1.15.5.4). Deze optie is
601 in het bijzonder nuttig als het pakket wordt onderhouden in een VCS
602 (versiebeheersysteem) en een reeks patches niet op een betrouwbare manier
603 gegenereerd kan worden. De huidige verschillen (de diff) met de
604 toeleveraarsversie moeten dan eerder in een enkele patch opgeslagen
605 worden. Deze optie wordt geplaatst in \fBdebian/source/local\-options\fP en gaat
606 samen met een bestand \fBdebian/source/local\-patch\-header\fP waarin uitgelegd
607 wordt hoe de door Debian aangebrachte wijzigingen best herzien kunnen
608 worden, bijvoorbeeld in het versiebeheersysteem dat gebruikt wordt.
610 \fB\-\-create\-empty\-orig\fP
611 Creëer automatisch een leeg primair origineel tar\-archief als dat ontbreekt
612 en er wel bijkomende originele tar\-archieven zijn (sinds dpkg 1.15.6). Deze
613 optie is bedoeld om gebruikt te worden als het broncodepakket slechts een
614 bundel is van samengestelde toegeleverde software zonder een “centraal”
617 \fB\-\-no\-unapply\-patches, \-\-unapply\-patches\fP
618 Standaard zal \fBdpkg\-source\fP de patches uit de uitbreiding (hook)
619 \fB\-\-after\-build\fP automatisch terugdraaien als het die tijdens
620 \fB\-\-before\-build\fP heeft toegepast (\fB\-\-unapply\-patches\fP sinds dpkg 1.15.8,
621 \fB\-\-no\-unapply\-patches\fP sinds dpkg 1.16.5). Deze opties laten u toe om het
622 proces van automatisch terugdraaien van patches uitdrukkelijk in of uit te
623 schakelen. Deze opties mogen enkel in \fBdebian/source/local\-options\fP
624 gebruikt worden, zodat alle gegenereerde broncodepakketten standaard
625 hetzelfde gedrag vertonen.
627 \fB\-\-abort\-on\-upstream\-changes\fP
628 Het proces mislukt als een automatische patch gegenereerd werd (sinds dpkg
629 1.15.8). Deze optie kan gebruikt worden om te verzekeren dat alle
630 wijzigingen terdege geregistreerd worden in aparte \fBquilt\fP\-patches
631 vooraleer het broncodepakket gegenereerd wordt. Deze optie is niet
632 toegestaan in \fBdebian/source/options\fP, maar mag gebruikt worden in
633 \fBdebian/source/local\-options\fP.
635 \fB\-\-auto\-commit\fP
636 Het proces mislukt niet als een automatische patch gegenereerd werd. In de
637 plaats daarvan wordt hij onmiddellijk opgetekend in het bestand series van
641 \fBExtractieopties\fP
643 \fB\-\-skip\-debianization\fP
644 Slaat het extraheren van het debian tar\-archief bovenop de broncode van de
645 toeleveraar over (sinds dpkg 1.15.1).
647 \fB\-\-skip\-patches\fP
648 Pas op het einde van de extractie geen patches toe (sinds dpkg 1.14.18).
650 .SS "Indeling: 3.0 (custom) (d.w.z. aangepast)"
651 Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Deze indeling is bijzonder. Ze stelt
652 eigenlijk geen echte broncodepakketindeling voor, maar kan gebruikt worden
653 om broncodepakketten met arbitraire bestanden te maken.
657 Alle argumenten die geen opties zijn, worden geïnterpreteerd als bestanden
658 die geïntegreerd moeten worden in het gegenereerde broncodepakket. Ze moeten
659 bestaan en zich bij voorkeur in de huidige map bevinden. Tenminste één
660 bestand moet opgegeven worden.
662 \fB\-\-target\-format=\fP\fIwaarde\fP
663 \fBVerplicht\fP. Definieert de echte indeling van het gegenereerde
664 broncodepakket. Het gegenereerde .dsc\-bestand zal in het veld \fBFormat\fP deze
665 waarde bevatten en niet “3.0 (custom)”.
667 .SS "Indeling: 3.0 (git)"
668 Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Dit is een experimentele indeling.
670 Een broncodepakket volgens deze indeling bestaat uit een eenvoudige
671 bundeling van een git\-depot \fB.git\fP die de broncode van het pakket bevat. Er
672 kan ook een bestand \fB.gitshallow\fP bestaan die de revisies vermeldt van een
673 git shallow clone (een summiere kloon van een git\-depot).
677 De bundel wordt gekloond in de doelmap als een git\-depot. Als er een bestand
678 gitshallow bestaat, wordt het als \fI.git/shallow\fP geïnstalleerd binnenin het
679 gekloonde git\-depot.
681 Merk op dat standaard het nieuwe depot dezelfde tak zal binnengehaald hebben
682 die binnengehaald was in de originele broncode. (Meestal is dat “master”,
683 maar dat kan om het even wat zijn). Eventuele andere takken zullen
684 beschikbaar zijn onder \fIremotes/origin/\fP.
688 Vooraleer voort te gaan, worden een aantal controles uitgevoerd om zeker te
689 zijn dat er geen niet\-vastgelegde wijzigingen zijn die niet mogen genegeerd
692 \fBgit\-bundle\fP(1) wordt gebruikt om een bundel te genereren van het
693 git\-depot. Standaard worden alle takken en tags uit het depot in de bundel
698 \fB\-\-git\-ref=\fP\fIref\fP
699 Laat toe om een git\-referentie op te geven die in de bundel opgenomen moet
700 worden. Daar gebruik van maken schakelt het standaardgedrag om alle takken
701 en tags op te nemen uit. Kan meermaals vermeld worden. De \fIreferentie\fP kan
702 de naam van een tak of een tag zijn die opgenomen moet worden. Het kan ook
703 een parameter zijn die doorgegeven kan worden aan
704 \fBgit\-rev\-list\fP(1). Gebruik bijvoorbeeld \fB\-\-git\-ref=\fPmaster om enkel de
705 master\-tak op te nemen. Om alle takken en tags, behalve de tak persoonlijk
706 op te nemen, gebruikt u \fB\-\-git\-ref=\fP\-\-all \fB\-\-git\-ref=\fP^persoonlijk.
708 \fB\-\-git\-depth=\fP\fIaantal\fP
709 Creëert een summiere (shallow) kloon met een geschiedenis die afgekapt werd
710 bij het opgegeven aantal revisies.
711 .SS "Indeling: 3.0 (bzr)"
712 Ondersteund sinds dpkg 1.14.17. Dit is een experimentele indeling. Ze
713 genereert één enkel tar\-archief met daarin het bzr\-depot.
717 Het tar\-archief wordt uitgepakt en daarna wordt bzr gebruikt om een
718 werkkopie van de huidige tak te maken.
722 Vooraleer voort te gaan, worden een aantal controles uitgevoerd om zeker te
723 zijn dat er geen niet\-vastgelegde wijzigingen zijn die niet mogen genegeerd
726 Daarna wordt het versiebeheerspecifieke deel van de broncodemap gekopieerd
727 naar een tijdelijke map. Vooraleer deze tijdelijke map in een tar\-archief
728 ingepakt wordt, worden verschillende opruimtaken verricht om plaats te
731 .SS "geen broncode\-indeling opgegeven in debian/source/format"
732 Het bestand \fBdebian/source/format\fP moet altijd bestaan en de gewenste
733 broncode\-indeling aangeven. Met het oog op neerwaartse compatibiliteit wordt
734 indeling “1.0” verondersteld als het bestand niet bestaat, maar u zou hierop
735 niet moeten betrouwen: ergens in de toekomst zal \fBdpkg\-source\fP aangepast
736 worden, zodat het zal mislukken als het bestand niet bestaat.
738 De verantwoording is dat indeling “1.0” niet langer de aanbevolen indeling
739 is. U zou gewoonlijk één van de recentere indelingen (“3.0 (quilt)”, “3.0
740 (native)”) moeten kiezen, maar \fBdpkg\-source\fP zal dit niet automatisch voor
741 u doen. Indien u de oude indeling wilt blijven gebruiken, moet u dat
742 expliciet aangeven en “1.0” plaatsen in \fBdebian/source/format\fP.
743 .SS "de diff wijzigt de volgende bestanden van de toeleveraar"
744 Als u broncode\-indeling “1.0” gebruikt, is het meestal geen goed idee om
745 rechtstreeks wijzigingen aan te brengen in bestanden van de toeleveraar,
746 vermits de wijzigingen verborgen en grotendeels niet\-gedocumenteerd belanden
747 in het bestand .diff.gz. U zou uw wijzigingen dan beter opslaan als patches
748 in de map debian en ze dan op het ogenblik van het bouwen toepassen. Om deze
749 complexe werkwijze te vermijden, kunt u ook de indeling “3.0 (quilt)”
750 gebruiken, die dit geïntegreerd aanbiedt.
751 .SS "kan wijziging aan \fIbestand\fP niet representeren"
752 Wijzigingen aan de broncode van de toeleveraar worden gewoonlijk met
753 patch\-bestanden opgeslagen, maar niet alle wijzigingen kunnen met patches
754 gerepresenteerd worden, omdat die enkel de inhoud van gewone tekstbestanden
755 kunnen aanpassen. Indien u een bestand tracht te vervangen door iets van een
756 ander type (bijvoorbeeld een gewoon bestand vervangen door een symbolische
757 koppeling of een map), zult u deze foutmelding krijgen.
758 .SS "nieuw gecreëerd leeg bestand \fIbestand\fP zal niet gerepresenteerd worden in de diff"
759 Lege bestanden kunnen niet met behulp van patch\-bestanden aangemaakt
760 worden. Deze wijziging wordt dus niet geregistreerd in het broncodepakket en
761 u wordt daarover ingelicht.
762 .SS "\fItoegangsrechten\fP uitvoerbare modus van \fIbestand\fP zullen niet gerepresenteerd worden in de diff"
763 Patch\-bestanden registreren geen toegangsrechten van bestanden en dus wordt
764 het feit dat een bestand uitvoerbaar is, niet in het broncodepakket
765 opgeslagen. Deze waarschuwing brengt dit feit in herinnering.
766 .SS "\fItoegangsrechten\fP bijzondere modus van \fIbestand\fP zullen niet gerepresenteerd worden in de diff"
767 Patch\-bestanden registreren geen toegangsrechten van bestanden en dus worden
768 wijzigingen aan toegangsrechten niet opgeslagen in het broncodepakket. Deze
769 waarschuwing brengt dit feit in herinnering.
773 \fBSOURCE_DATE_EPOCH\fP
774 Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als de tijdsaanduiding
775 (timestamp) (in seconden sinds de epoch) om de mtime vast te zetten op de
776 items uit het \fBtar\fP(5)\-bestand.
781 Gebruikt door de broncode\-indelingmodules “2.0” en “3.0 (quilt)”.
787 \fBGIT_OBJECT_DIRECTORY\fP
789 \fBGIT_ALTERNATE_OBJECT_DIRECTORIES\fP
792 Gebruikt door de broncode\-indelingmodules “3.0 (git)”.
795 .SS debian/source/format
796 Dit bestand bevat op één enkele regel de indeling die gebruikt moet worden
797 om het broncodepakket te bouwen (mogelijke indelingen werden hierboven
798 beschreven). Voorafgaande of nakomende witruimte is niet toegelaten.
799 .SS debian/source/include\-binaries
800 Dit bestand bevat een lijst van binaire bestanden (één per regel) die
801 opgenomen moeten worden in het debian tar\-archief. Voorafgaande of nakomende
802 spaties worden gestript. Regels die beginnen met ‘\fB#\fP’ zijn commentaar en
803 worden overgeslagen. Lege regels worden genegeerd.
804 .SS debian/source/options
805 Dit bestand bevat een lijst met lange opties die automatisch voorgevoegd
806 moeten worden aan de reeks commandoregelopties die gebruikt worden bij het
807 inroepen van het commando \fBdpkg\-source \-\-build\fP of \fBdpkg\-source
808 \-\-print\-format\fP. Opties zoals \fB\-\-compression\fP en \fB\-\-compression\-level\fP
809 zijn zeer geschikt voor dit bestand.
811 Elke optie moet op een aparte regel geplaatst worden. Lege regels en regels
812 die beginnen met ‘\fB#\fP’ worden genegeerd. De ‘\fB\-\-\fP’ vooraan moeten
813 weggelaten worden en korte opties zijn niet toegelaten. Facultatieve
814 witruimte rond het symbool ‘\fB=\fP’ en facultatieve aanhalingstekens rond de
815 waarde zijn toegelaten. Hierna volgt een voorbeeld van een dergelijk
818 # laat dpkg\-source een bestand debian.tar.bz2 aanmaken met maximale compressie
819 compression = "bzip2"
820 compression\-level = 9
821 # gebruik debian/patches/debian\-changes als automatische patch
822 single\-debian\-patch
823 # negeer wijzigingen aan config.{sub,guess}
824 extend\-diff\-ignore = "(^|/)(config.sub|config.guess)$"
826 Opmerking: \fB\-\-format\fP\-opties worden niet aanvaard in dit bestand. U moet
827 daarvoor eerder \fBdebian/source/format\fP gebruiken.
828 .SS debian/source/local\-options
829 Precies zoals \fBdebian/source/options\fP, behalve dat het bestand niet
830 opgenomen wordt in het gegenereerde broncodepakket. Dit kan nuttig zijn om
831 een voorkeur op te slaan die eigen is aan de onderhouder of aan een bepaald
832 depot van een versiebeheersysteem waarin het pakket onderhouden wordt.
833 .SS "debian/source/local\-patch\-header \fRen\fP debian/source/patch\-header"
834 Vrij opgemaakte tekst die geplaatst wordt bovenaan de automatische patch die
835 gegenereerd wordt bij de indelingen “2.0” en “3.0
836 (quilt)”. \fBlocal\-patch\-header\fP wordt niet toegevoegd aan het gegenereerde
837 broncodepakket, terwijl dat met \fBpatch\-header\fP wel het geval is.
838 .SS debian/patches/series
839 Dit bestand somt alle patches op die toegepast moeten worden (in de
840 opgegeven volgorde) bovenop het broncodepakket van de toeleveraar. Spaties
841 vooraan en achteraan worden weggehaald. Regels die beginnen met ‘\fB#\fP’ zijn
842 commentaar en worden overgeslagen. Lege regels worden genegeerd. De overige
843 regels beginnen met de bestandsnaam van een patch (relatief ten opzichte van
844 de map \fBdebian/patches/\fP) tot aan de eerste spatie of het einde van de
845 regel. Facultatieve \fBquilt\fP\-opties kunnen daarna komen tot aan het einde
846 van de regel of tot aan het eerste ‘\fB#\fP’\-teken dat voorafgegaan wordt door
847 één of meer spaties (hetgeen het begin van een commentaarstuk aangeeft dat
848 doorloopt tot het einde van de regel).
850 Het punt waarop de vervanging van velden plaats vindt, vergeleken met
851 bepaalde standaardinstellingen voor uitvoervelden, is eerder onduidelijk.
854 \fBdeb\-src\-control\fP(5), \fBdeb\-changelog\fP(5), \fBdsc\fP(5).